Wie een veulen koopt op één van de vele veulenveilingen komende zomer, zal een plan moeten hebben. Waar gaat dit veulen opgroeien? Heb je zelf thuis de mogelijkheden, komt hij apart in een stal te staan of dag en nacht in de wei? Heb je hier geen ruimte voor, dan kun je bij gespecialiseerde paardenopfokbedrijven aankloppen. Bij Antoon Dekkers uit Winterswijk-Miste worden al sinds 2003 veulens opgefokt tot een leeftijd van drie jaar en is hij het hele jaar rond, zeven dagen in de week, druk met de verzorging en het monitoren van de jonge paarden.
Wat vind je belangrijk in dit traject van opfokken?
‘’De gezondheid van de veulens staat bij mij met stip op 1. Hier stel ik hoge eisen aan. De veulens moeten goed groeien en in een goede conditie zijn. Bij ons krijgen ze alles wat ze nodig hebben. De juiste voeding en een veilige omgeving. Ik deel de veulens zo in dat er rust is in de groep. Door ze te observeren maak ik mijn keuze. Ik probeer de maatjes bij elkaar te zoeken. Ik gooi nooit zo maar nieuwe veulens in een bestaande groep. Ik laat eerst een tweetal wennen aan elkaar en voeg ze later toe aan de rest. Je ziet dat ze elkaar dan vaak weer opzoeken.’’
Hoe ziet het traject na het afspenen en de aflevering eruit?
‘’Er zijn fokkers die hun veulens al met 3,5 maand willen spenen, maar dat moet je helemaal niet willen. De zoogperiode is cruciaal voor de ontwikkeling van een veulen en in de laatste maand gebeurt er nog heel veel tussen moeder en veulen. Je hoeft ze bij mij ook niet te brengen als ze nog maar 4,5 maand oud zijn. Minimaal 5,5 maand en in een goede conditie en gezondheid. Dat is de verantwoordelijkheid van de fokker en daar kan ik mee verder. Zorg dat ze netjes bekapt zijn, daar zijn sommige mensen ook wel erg makkelijk in. Ontwormen hoeft niet. Dat doe ik het liefst zelf, zodat alle veulens en jonge paarden in mijn eigen ontwormingssysteem komen. Ik ontworm ze allemaal tegelijkertijd met hetzelfde middel. Met mestmonsters kijk ik hoe ze ervoor staan als ze allemaal ontwormd zijn.’’
Wat krijgen veulens en jonge paarden aan voer in de zomer- en winterperiode?
‘’In de winter is de hoeveelheid krachtvoer afgestemd op leeftijd en conditie. De veulens krijgen veel krachtvoer en altijd op dezelfde tijdstippen. Als ze wat ouder worden, wordt de hoeveelheid krachtvoer afgebouwd, zodat ik ze niet te fris in de stal krijg en er rust in de groep blijft. Ruwvoer kunnen ze bij mij altijd onbeperkt eten. Daardoor kunnen ze de hele dag eten, is de kans op koliek zeer klein en vervelen ze zich ook niet. Verder strooien we de groepsstallen elke dag op en eten de paarden ook daar wat van. De jonge paarden staan van eind april tot eind oktober dag en nacht op de wei. Deze periode is natuurlijk wel afhankelijk van het weer. Te schrale weilanden zijn funest. Je wil niet dat ze teveel zand binnenkrijgen. Veel ruimte vind ik ook belangrijk, ze moeten veel kunnen bewegen. Ik heb wat weiland bij huis maar de meeste jonge paarden gaan in de zomerperiode op de wei in Friesland. Daar zijn minder vliegen en hebben ze nog meer ruimte. Maar of ze in de groepsstal staan of in de wei, ik controleer de paarden steeds weer opnieuw.’’
Groepshuisvesting vraagt om een strak management rondom ontwormen en entingen. Hoe ziet het schema er bij jou uit?
‘’Voordat de paarden naar de wei gaan worden ze ontwormd. Als dit niet afdoende is, worden ze nog een keer ontwormd in de periode dat ze in de wei staan. Het weidemanagement moet ook goed zijn. De paarden komen bij mij in een schone wei die gemaaid is. De wei moet ook niet te kaal zijn door droogte of overbegrazing, want dan is de kans groter dat de paardenmest gaan eten, eitjes binnenkrijgen en er wormen ontstaan. Wat betreft enten: Als de veulens hier komen worden ze twee keer geënt tegen droes en elk half jaar tegen rhino en influenza. Ik vind het belangrijk dat de paarden zelf weerstand opbouwen, daarom ent ik niet vaker tegen droes. Al deze entingen zijn wel een investering, maar je haalt de besmettingsdruk een stuk omlaag. Je gaat wel met paarden om van andere mensen. Met collega’s praat ik ook over enten en dan vraag ik wat zij doen, want je kan altijd van elkaar leren. Zo houd je het onderwerp transparant.’’
Zijn er ontwikkelingen in het opfokken van paarden?
‘’Ik heb groepen van tien, twaalf en veertien paarden, geselecteerd op leeftijd. Niet te grote groepen dus, zodat ik het overzicht houd en er rust onderling is. Ik had vroeger grotere groepen veulens, maar daar ben ik van teruggekomen. Verder heb ik mijn entingschema in de loop van de jaren aangepast. Eerst gaf ik de paarden tegelijk een enting voor droes en influenza, maar de laatste jaren geef ik ze eerst droes en een tijdje later influenza. Hierdoor krijgen ze minder stoffen in één keer binnen. Ik ben de laatste tijd ook meer mestonderzoek gaan doen.’’
Waarom zou je een groepsopfok adviseren?
‘’Het is belangrijk om veulens in een groep te houden voor de socialisering. Paarden bouwen bovendien meer antistoffen op als ze in een groep staan, omdat ze van elk paard wel wat oplopen. Het is net een kleuterschool. Rangorde ontstaat ook in een groep. De veulens voeden elkaar op.’’
Heb je nog tips voor fokkers en eigenaren die hun jonge paarden zelf willen opfokken?
‘Zorg er altijd voor dat je paard een maatje heeft om samen mee te zijn. Als er onraad is, zoeken ze die op en trekken ze naar elkaar toe. Paarden zijn net magneten. Ik zorg er altijd voor dat ik een even aantal veulens in mijn groep heb. Een oneven aantal veulens in een kleine groep werkt niet, omdat je dan altijd een veulen hebt dat het pispaaltje is.”
* Overname van het artikel is toegestaan met doorlink / bronvermelding Horse Auctions Europe